Veelvoud (wiskunde)

In de wiskunde is een veelvoud van een getal een product van dat getal met een geheel getal. In andere woorden, a {\displaystyle a} is een veelvoud van b {\displaystyle b} , als er een geheel getal n {\displaystyle n} is, zo dat

a = n × b {\displaystyle a=n\times b}

Als a {\displaystyle a} een veelvoud is van een geheel getal b {\displaystyle b} , is a {\displaystyle a} deelbaar door b {\displaystyle b} . Veelvoud is al gedefinieerd, wanneer er alleen met positieve getallen wordt gerekend. De gehele getallen 14 en 49 zijn veelvouden van 7, −35 is een negatief veelvoud van 7.

Behalve deze oorspronkelijke betekenis voor gehele getallen, die ook wel met geheel veelvoud wordt aangeduid, heet een grootheid y {\displaystyle y} ook een (scalair) veelvoud van x {\displaystyle x} als er een scalair α {\displaystyle \alpha } is, zo dat

x = α y {\displaystyle x=\alpha \,y}

De vector y = ( 2 , 6 ; 3 , 9 ; 9 , 1 ) R 3 {\displaystyle y=(2{,}6\,;\,3{,}9\,;\,9{,}1)\in \mathbb {R} ^{3}} is een (scalair) veelvoud van x = ( 2 ; 3 ; 7 ) {\displaystyle x=(2\,;\,3\,;\,7)} , want y = 1 , 3 x {\displaystyle y=1{,}3\,x} .

Eigenschappen

  • Hoewel er zo meestal niet over wordt gesproken, is formeel ieder geheel getal een veelvoud van zichzelf: b = 1 × b {\displaystyle b=1\times b} .
  • Net zo is 0 is een veelvoud van ieder ander geheel getal: 0 = 0 × b {\displaystyle 0=0\times b} .
  • Als a {\displaystyle a} en b {\displaystyle b} veelvouden zijn van c {\displaystyle c} , zijn a + b {\displaystyle a+b} , a b {\displaystyle a-b} en a × b {\displaystyle a\times b} ook veelvouden van c {\displaystyle c} .
  • Volgens de stelling van Wilson is een getal p > 1 {\displaystyle p>1} dan en slechts dan een priemgetal, als ( p 1 ) ! + 1 {\displaystyle (p-1)!+1} een geheel veelvoud van p {\displaystyle p} is.

Voorvoegsels

In het decimale stelsel is een SI-voorvoegsel een decimaal voorvoegsel dat aan elke eenheid van het SI-stelsel kan worden toegevoegd, om aan te geven dat het om veelvouden of delen van die eenheden gaat. Voorbeelden voor meter zijn centi- en kilo-, in de informatica voor het aantal bytes, de capaciteit van het geheugen: tera-.