Johann Bätz

Johann Bätz
Algemene informatie
Volledige naam Johann Heinrich Hartmann Bätz
Geboren 1709
Frankenroda
Overleden 13 december 1770
Utrecht
Nationaliteit Vlag van Duitsland Duitsland
Beroep orgelbouwer
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Johann Heinrich Hartmann Bätz (Frankenroda, circa 1709 – Utrecht, 13 december 1770[1]) was een Nederlands orgelbouwer van Duitse komaf.

Achtergrond

Hij was tot 1733 in de leer bij Johann Christoph Thielemann in Gotha. Daarna vertrok hij naar Nederland en werkte bij de orgelbouwer Christian Müller, die hij assisteerde bij de bouw van het hoofdorgel van de Grote of Sint-Bavokerk in Haarlem. In 1739 vestigde Bätz zich als zelfstandig orgelbouwer in Utrecht, waar hij zestien orgels vervaardigde, die door hun omvang en hun klank alom bewondering van tijdgenoten oogstten.[2] Zijn laatste prestatie was de bouw van het orgel van de Sint-Lievenskerk in Zierikzee, een groot instrument met 56 registers en 3108 orgelpijpen. Hij kreeg er 19.500 guldens voor. Hij heeft er niet van kunnen profiteren, want hij werd ziek tijdens de bouw van dit orgel en stierf zeven dagen voordat het eind 1770 werd ingewijd.[3] De Zierikzeese kerk met het Bätz-orgel werd in 1832 door brand verwoest.

De orgelfirma na zijn dood

Het bedrijf werd door zijn nakomelingen voortgezet. Vijf leden van de familie hebben het bedrijf tot 1849 geleid. Zijn zoon Gideon Thomas Bätz (1751-1820) kreeg in 1772 de leiding. Diens broer Christoffel Bätz (1755-1800) vestigde zich in 1778 als zelfstandig orgelmaker, maar bleef ook met Gideon samenwerken. Op hun naam staan ongeveer 20 orgels, voor het merendeel eenklaviers instrumenten in rococostijl.

Christoffels zonen Jonathan Bätz (1787-1849) en Johan Martin Willem Bätz (1789-1836) werden opgevoed en opgevoed door hun oom Gideon. Na diens dood in 1820 namen zij de leiding over.

Na Jonathans dood in 1849 werd het bedrijf geheel overgenomen door Christian Gottlieb Friedrich Witte (1802-1873), die er sinds 1827 werkte en in 1833 medevennoot geworden was. Hij doopte de firma om in Bätz-Witte, maar de contracten bleef ondertekenen met Bätz & Cie. Zijn zoon Johan Frederik Witte (1840-1902), die sinds 1869 in het bedrijf werkzaam was, volgde hem op en leidde het bedrijf tot zijn dood.[2] Het bedrijf werd daarna voortgezet door Johan de Koff (1863-1950) tot dan meesterknecht bij orgelbouwer Bätz-Witte, onder eigen naam, Firma J. de Koff fabrikant in kerkorgels, Springweg 155 te Utrecht.

Gebouwde orgels

Bouwjaren Plaats Kerk Afbeelding Manualen/pedaal
P = zelfstandig pedaal
p = aangehangen pedaal
Registers Opmerkingen
1755 Benschop Grote of Sint-Nicolaaskerk
I/p 14 Afbeelding is gemaakt vóór de restauratie van 2011
1758 Schalkwijk Sint-Michaëlkerk
I/p 11 Afkomstig uit de Sint-Jansbasiliek (Oosterhout), in 1888 door Michael Maarschalkerweerd verplaatst naar de Sint-Monicakerk (Utrecht) daarna verhuisd naar de Sint-Nicolaaskerk (Utrecht), en na de sloop daarvan in 1986 naar Schalkwijk
1761 Ameide Grote of Sint-Janskerk Bevatte delen van het eerdere Cousijns-orgel uit 1666. In 1851 verwerkt in een nieuw orgel van C.G.F. Witte, dat in 1953 bij de kerkbrand verloren is gegaan.
1761 Gorinchem Grote Kerk Met pijpwerk van Stephanus Cousijns uit 1666.
Orgel bestaat niet meer; pijpwerk verwerkt in nieuw orgel van Witte in 1853
1759-1762 Den Haag Lutherse Kerk
III/P 39 In 1824 en 1837 dispositie gewijzigd door Jonathan Bätz[4]
1764-1765 Tilburg Pauluskerk
I/p 11 Oorspronkelijk geplaatst in de Heikese kerk in Tilburg, in 1824 door orgelbouwer H.B. van Hirtum verplaatst naar de nieuw gebouwde Pauluskerk, aangezien de eerstgenoemde moest worden overgedragen aan de katholieken. Daarbij zijn enkele ornamenten niet meer teruggeplaatst omdat deze in de kleinere (vooral lagere) kerk niet pasten.

Het instrument heeft in de loop van de jaren diverse wijzigingen ondergaan, maar is in 2006 geheel gerestaureerd en in oude staat teruggebracht. Daarbij is tevens weer een voetbalg aangebracht.

1765 Katwijk Vredeskerk Oorspronkelijk geplaatst in de Doopsgezinde Kerk in Utrecht. Verkocht in 1869 aan de Oude Kerk in Katwijk en daarna verkocht in 1886 aan de Vredeskerk in Katwijk.[5]
1766 Amersfoort Lutherse kerk
In 1873 uitgebreid met een tweede klavier door J.F. Witte (J. Bätz & Co). Met oorspronkelijke windvoorziening en pedaalklavier uit 1766 en vermoedelijk ook met oorspronkelijke registerknoppen. In 2013 is een restauratietraject ingezet.[6] Op 25 november 2016 is de restauratie, uitgevoerd door Flentrop, voltooid.[7]
1768 Woerden Petruskerk
II/P 33
1770 Zierikzee Sint-Lievensmonsterkerk 56 Bestaat niet meer, op 7 oktober 1832 door kerkbrand verloren gegaan=[8]

Literatuur

  • Gert Oost: De orgelmakers Bätz (1739-1849), een eeuw orgelbouw in Nederland. Dissertatie Utrecht, 1975. Uitg. Canaletto, Alphen aan den Rijn, 3e druk 1981, 408 pag.
  • Jaap Jan Steensma: «’t Was Bätz die Konstenaar» Aanvullingen op de biografie van Jan Hendrik Hartman Bätz. In: Het ORGEL 111 (2015), nr. 3, pp. 34-43.

Externe link

  • Catalogus van het Bätz- en Witte-archief - mmfpublications.nl[dode link]

Voetnoten

  1. Chronijk van Zierikzee, 1795 over de bouw van het orgel in de Sint-Lievensmonsterkerk, de leeftijd van Bätz werd met aantal jaren (61), maanden (11) en dagen (12) benoemd
  2. a b Stichting Utrechts Orgelarchief
  3. Maendelyke uittreksels, of de boekzael der geleerde werrelt 1771
  4. Orgel in Den Haag, Lutherse Kerk hetbatzorgel.com
  5. RTV Katwijk, 250 jaar Bätz orgel. Gearchiveerd op 12 december 2020. Geraadpleegd op 29 november 2020.
  6. Orgel in Amersfoort. www.luthersekerkamersfoort.nl. Gearchiveerd op 6 oktober 2015. Geraadpleegd op 17 december 2015.
  7. Stichting Bätzorgel Amersfoort. www.stichtingbatzorgelamersfoort.nl. Geraadpleegd op 26 november 2016.
  8. Beschrijving van de St. Lievens Monsterkerk te Zierikzee door J. Berman, 1834; vermeldde ook de sterfdatum

Overige bronnen

  • Lijst met Bätz-orgels
Mediabestanden
Zie de categorie Johann Bätz van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Vlag van Duitsland
· · Sjabloon bewerken
Orgelbouwers in Duitsland
Vlag van Nederland
· · Sjabloon bewerken
Orgelbouwers in Nederland

Adema · Gebroeders Van der Aa · Jacobus Armbrost · Bakker & Timmenga · Johann Bätz · Jonathan Bätz · Joseph Binvignat · Sander Booij · Martin Butter · Van Dam · Matthijs van Deventer · Geert Pieters Dik · Johannes Duyschot · Roelof Barentszn Duyschot · Bernhardt Edskes · Marten Eertman · Gerardus Elberink · Elbertse · Antoon van Elen · Flentrop · Dirk Flentrop · Heinrich Hermann Freytag · Rudolf Garrels · Justus Geerkens · Pieter Geerkens · Gradussen · Albertus van Gruisen · Willem van Gruisen · Nicolaas van Hagen · Willem Hardorff · Hendrik Hermanus Hess · Jan van den Heuvel · Jan Adolf Hillebrand · Albertus Antoni Hinsz · Bernard Petrus van Hirtum · Nicolaas van Hirtum · Cornelis Hoornbeek · Klop Orgels & Klavecimbels · Hermanus Knipscheer · Johan Frederik Kruse · Ernst Leeflang · Lohman · Jan van Loo · Michaël Maarschalkerweerd · Pieter Maarschalkerweerd · Abraham Meere · Roelf Meijer · Michaël Mercator · Carl Friedrich August Naber · Familie Niehoff · Cornelis van Oeckelen · Petrus van Oeckelen · Detlef Onderhorst · Pels & Van Leeuwen · Pereboom & Leijser · Elbert Pluer · Radersma · Joachim Reichner · Reil · Cornelis Rogier · Mense Ruiter · Conradus Ruprecht II · Hans Wolff Schonat · Franciscus Cornelius Smits · Frans Casper Snitger · Johannes Stephanus Strümphler · Johannes Wilhelmus Timpe · Valckx & Van Kouteren · Kam & Van der Meulen · Henk Veeningen · Matthijs Verhofstadt · Vermeulen · Verschueren · Johannes Vollebregt · Jacobus Vollebregt · Van Vulpen · Christian Gottlieb Friedrich Witte · Johan Frederik Witte · Lodewijk Ypma · Jacobus Zeemans

Zuid-Nederlands orgelbouwer (voor 1830)